Bij zijn oprichting werd er in verschillende departementen en diensten voorzien voor Iriscare, om de Brusselse burgers de best mogelijke dienstverlening te kunnen bieden. Het departement Beleid Gezinnen en Personen is er één van. Zijn opdrachten zijn divers en gaan over individuen: gezinnen en personen, want hij beheert niet enkel de Brusselse kinderbijslagregeling wat in 2019 officieel nog FAMIFED was, maar staat ook in voor het beleid inzake personen met een beperking, de sociale controle en de strijd tegen sociale fraude. Jeroen Ooghe, directeur-diensthoofd van het departement, blikt terug op de projecten van zijn teams in 2019.

Het departement Beleid Gezinnen en Personen werkt rond drie hoofdthema’s. Hoe organiseren jullie dat in jullie departement?

Het departement bestaat uit meerdere diensten, die elk verantwoordelijk zijn voor een specifiek aspect van het publieke domein. Eén van de teams beheert en coördineert de Brusselse kinderbijslagregeling, een tweede is verantwoordelijk voor het beleid inzake personen met een beperking en een derde concentreert zich tot slot op de sociale controle en de strijd tegen sociale fraude. Het is mijn taak als directeur om die verschillende teams aan te sturen en te ondersteunen en om de werking van de diensten en de medewerkers geleidelijk aan te ontwikkelen.

Wat zijn de opdrachten van het departement?

Wat betreft de kinderbijslag, is het ons doel om een doeltreffende en performante regeling te ontwikkelen die overeenstemt met de behoeften en dagelijkse realiteit van de Brusselse gezinnen. Daartoe is het cruciaal om constructief samen te werken met de kinderbijslagfondsen, die belast zijn met de betaling. Onze rol is de fondsen aan te sturen en te ondersteunen, maar ook toezicht en controle horen daarbij. Zowel wat betreft de toepassing van de reglementering als op het financiële plan. We delen de verantwoordelijkheid van dit laatste aspect samen met onze collega’s van de Diensten van het Verenigd College.

In het belang van de personen met een beperking in Brussel, willen we ook nauw samenwerken met alle betrokken organisaties en actoren om tot een breed gedragen beleid te komen waarin integratie en toegankelijkheid centraal staan.

Tot slot heeft onze dienst Sociale Controle als doel om een goed evenwicht te bewaren tussen enerzijds de proactieve ondersteuning van de sociaal verzekerden in Brussel en de bescherming van hun rechten en, anderzijds, de juiste toekenning van de toelagen en de controle daarop.

Kan je het jaar 2019 voor het departement in een paar cijfers samenvatten?

165.000 Brusselse gezinnen hebben in 2019 kinderbijslag ontvangen. Dat komt neer op 312.000 Brusselse kinderen. In totaal werd in 2019 voor € 804.365.045,92 aan kinderbijslag gestort.

Wat de mobiliteitshulpmiddelen betreft, hebben we nog geen definitieve cijfers voor 2019. Op basis van de cijfers van 2018 kunnen we echter wel een inschatting maken: zo’n 7.000 mensen hebben een tegemoetkoming ontvangen in het kader van mobiliteitshulpmiddelen. Daarmee bedraagt de totale terugbetaling van mobiliteitshulpmiddelen in 2019 iets meer dan € 3.692.000. Ongeveer twee derde daarvan diende om rolstoelen te huren en te kopen.

Ook voor de dienst Sociale Fraude & Controle kunnen we een paar cijfers belichten. Er werden in 2019 alles samen 694 thuisbezoeken afgelegd en van externe partners ontvingen we 368 dossiers waarin (vermoedelijk) sprake was van fraude. De thuisbezoeken veroorzaakten in 2019 een totaalbedrag van € 262.086 aan positieve regularisaties. En als we alle onverschuldigde, frauduleuze bedragen van 2019 optellen, komt dat neer op € 999.063.

Wat wil het departement bereiken in 2020?

Op 1 januari 2020 werd de nieuwe Brusselse kinderbijslagregeling ingevoerd. Onze belangrijkste doelstelling in dat opzicht is om de kinderbijslagfondsen te begeleiden en te ondersteunen bij die hervorming, zodat de dienstverlening en tegemoetkoming aan de Brusselse gezinnen in optimale omstandigheden kan blijven doorgaan. De hervorming van de kinderbijslag vormt ook de ideale basis om de richtlijnen en procedures voor de sociale controle en fraudebestrijding bij te werken en te verfijnen.

Wat de personen met een beperking betreft, wordt er een nieuwe informaticaoplossing ontwikkeld om de nomenclatuur van de mobiliteitshulpmiddelen te beheren. Daarmee zullen we die bevoegdheid vanaf 2021 autonoom kunnen beheren, op basis van het besluit van het Verenigd College van 19 december 2019, die de federale nomenclatuur overneemt om ze formeel in te schrijven in de wetgeving van de GGC.

Het departement bereidt tot slot ook een paar grote projecten voor die pas in de komende jaren zullen worden afgewerkt, zoals de aanpak van de multidisciplinaire evaluatie van kinderen met een aandoening en van ouderen met een beperkte zelfredzaamheid.