De Brusselse kinderopvangvoorzieningen zijn sinds 1 juni 2019 verplicht om een vergunning te hebben voor de uitoefening van hun activiteiten. Sinds de zesde staatshervorming is Iriscare bevoegd om te controleren of de ordonnantie wordt nageleefd en om vergunningen toe te kennen aan de bicommunautaire opvangvoorzieningen in Brussel. De eerste inspecties vonden plaats in september 2019.
De kleine Malaika overleed in 2015 in een crèche in Sint-Agatha-Berchem. Ze was pas tien maanden oud. Die crèche was niet erkend door Agentschap Opgroeien regie (vroeger Kind en Gezin). Dat had een goede reden: de erkenning was door een ander incident niet vernieuwd in 2007. Die situatie legde een juridische leemte bloot. Ondanks de ontbrekende erkenning kon de crèche immers openblijven. Toen verleenden enkel de Franse en Vlaamse Gemeenschap de erkenningen, en voor de niet-erkende crèches bestond er geen regeling. “Om een einde te maken aan die juridische leemte, besloot het Brussels Parlement een nieuwe ordonnantie goed te keuren die de kinderopvangvoorzieningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest regelt. Het gaat erom in een wettelijk kader te voorzien dat toelaat de niet-erkende kinderopvangvoorzieningen te sluiten,” verklaart Mevlüt Akgüngör, attaché bij de instelling van openbaar nut Iriscare, bevoegd voor Brusselse tweetalige kinderopvangvoorzieningen. Door die ordonnantie hebben alle Brusselse kinderopvangvoorzieningen een toelating nodig om kinderen onder bewaking te hebben. Ze verplicht elke inrichter van een kinderopvangvoorziening in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad om een vergunning te hebben wanneer haar werking start en zolang de kinderopvang duurt. Omdat elke professionele kinderopvang voor kinderen jonger dan drie jaar oud buiten het gezin en tegen betaling als een kinderopvangvoorziening wordt beschouwd, betreft die ordonnantie zowel de crèches als de kinderopvangers(-sters).
Een geslaagde samenwerking
Iriscare is dus sinds 1 juni 2019 bevoegd om de meldingen over niet-toegelaten kinderopvangvoorzieningen te controleren, maar verleent ook toelatingen.
Om die opdracht zo goed mogelijk te volbrengen, werd een samenwerkingsakkoord afgesloten die de informatie-uitwisseling over de niet-toegelaten kinderopvangvoorzieningen organiseert tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap. Het gaat er ook om de samenwerking te regelen tussen de drie partijen voor de inspectie van die niet-toegelaten kinderopvangvoorzieningen. “De ordonnantie wordt toegepast in samenwerking met Kind en Gezin voor de Nederlandstalige kinderopvangvoorzieningen en met ONE voor de Franstalige kinderopvangvoorzieningen. Iriscare is bevoegd voor de kinderopvangvoorzieningen die in de beide talen of in een vreemde taal worden georganiseerd,” legt Stéphanie Lange uit. Zij is jurist bij Iriscare.
Voor elke melding verloopt de samenwerking voor de controle en inspectie vlekkeloos. “Zodra er een melding is, wisselen onze drie instellingen informatie uit via een daarvoor ontwikkelde softwaretoepassing. Als we geen lopende toelatingsaanvraag vinden, organiseert Iriscare een gemeenschappelijke inspectie,” vult Mevlüt Akgüngör aan. “Een inspecteur van de dienst Controle van de Diensten van het Verenigd College gaat voor Iriscare ter plaatse. Die wordt vergezeld door ofwel een inspecteur van ONE, ofwel door een inspecteur van de Zorginspectie, die Kind en Gezin vertegenwoordigt.” Na die inspectie wordt beslist of de kinderopvangvoorziening kinderen mag blijven opvangen tijdens de behandeling van de toelatingsaanvraag, of de voorziening daarentegen meteen de deuren moet sluiten omdat er een ernstig en onmiddellijk gevaar dreigt voor de veiligheid van de opgevangen kinderen. Ook als er na de inspectie geen aanvraag wordt ingediend, zal de voorziening moeten sluiten.
66 gecontroleerde meldingen
Sinds de ordonnantie in werking trad, werd een lijst opgesteld van de verschillende kinderopvangvoorzieningen waarvoor een melding werd gemaakt. Eind juni 2019 werden 66 crèches opgelijst. Daarna ging de bal aan het rollen: Iriscare ging die lijst na en controleerde, in samenwerking met zijn partnerorganisaties, of er voor elk van die voorzieningen een toelatingsaanvraag liep. In totaal bleken 38 kinderopvangvoorzieningen niet erkend. “Er werd hun een aangetekende brief gestuurd om de nieuwe regelgeving uit te leggen, maar ook met de vraag ons in te lichten over hun situatie,” verduidelijkt Mevlüt Akgüngör. “De kinderopvangvoorzieningen die naar aanleiding van onze brief geen contact opnamen met ons, probeerden we telefonisch te bereiken. Dat was niet altijd eenvoudig, omdat we soms over erg weinig gegevens beschikten. Daarom namen we ook contact op met de gemeentebesturen zodat zij ons de informatie zouden geven die ze eventueel hebben over die kinderopvangvoorzieningen. We vroegen hun bovendien om ons in te lichten over eventuele andere niet-toegelaten crèches in hun gemeente.”
Na verschillende controles is de oorspronkelijke lijst veel korter geworden. Er bleven nog maar 17 kinderopvangvoorzieningen over waarover Iriscare en zijn partnerorganisaties weinig informatie hadden. Voor die verschillende voorzieningen werden in september en oktober inspecties georganiseerd. En de resultaten lieten niet op zich wachten. “Door die inspecties stelden onze diensten vast dat twaalf van die kinderopvangvoorzieningen ondertussen gesloten waren en dat de vijf andere zonder toelating werkten. Eén van die vijf voorzieningen moesten we, in samenspraak met ONE en voor de veiligheid van de kinderen, dringend sluiten. Het ging om een crèche in Vorst waar ernstige overtredingen waren vastgesteld. Het sluitingsbevel werd eind september uitgevoerd door de burgemeester,” zegt Tania Dekens, leidend ambtenaar van Iriscare. “Wat de andere voorzieningen betreft, hebben twee ervan een toelatingsaanvraag ingediend na de inspectie. De twee laatste voorzieningen hebben op hun beurt besloten hun activiteiten stop te zetten. Eén van die crèches plant opnieuw de deuren te openen op een andere locatie.”
De gemeenten spelen een belangrijke rol
Veertig vertegenwoordigers van de verschillende gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kwamen op 5 september 2019 naar de lokalen van Iriscare voor een infosessie die de belangrijke rol van de gemeenten benadrukte. Er waren zowel schepenen als kabinetsmedewerkers van de burgemeesters en medewerkers van de kinderopvangdiensten, maar ook inspecteurs.
De gemeente speelt een cruciale rol bij de toepassing van de ordonnantie. Na een gemengde inspectie van Iriscare en één van zijn partnerorganisaties kan er een sluitingsbevel worden gestuurd naar een voorziening. Daar wordt de gemeente van op de hoogte gesteld en de burgemeester moet nagaan of de voorziening het sluitingsbevel naleeft. Doet de voorziening dat niet, dan moet de burgemeester ze sluiten.
De gemeenten zijn ook de actoren bij uitstek om sneller en doeltreffend gebreken of inbreuken vast te stellen op de regels voor hygiëne, gezondheid of veiligheid of op de stedenbouwkundige voorschriften. Het is dan ook belangrijk om goed samen te werken met de gemeentediensten bij de toepassing van de nieuwe regelgeving.
Kwaliteitsvolle dienstverlening voor de burgers
Om de Brusselse burgers toegang te geven tot volledige en juiste informatie, kunnen zij makkelijk opzoeken of een kinderopvangvoorziening over een toelating beschikt. Er werd een zoekmachine ontwikkeld die eenvoudig te vinden is via de websites van Iriscare en de GGC. Die laatste ontvangt gegevens van de website Sociaal Brussel. Voor informatie over de ‘zelfstandige kinderopvangers(-sters) van jonge kinderen’ moet de burger zich echter wenden tot ONE en Kind en Gezin.
“Wij zijn zeer tevreden en trots op de uitstekende verstandhouding met onze Franstalige en Nederlandstalige partnerorganisaties,” voegt Tania Dekens toe. “Het is echt belangrijk voor Iriscare om er alles aan te doen die goede samenwerking met onze verschillende actoren te bewaren, of het nu gaat om Kind en Gezin, ONE of de 19 Brusselse gemeenten. Dat ondersteunt aanzienlijk het werk dat onze diensten leveren om de regelgeving van de nieuwe ordonnantie goed uit te voeren. Dankzij de informatie die we uitwisselen en de doeltreffende gemengde inspecties, kunnen we voor elk kind in Brussel een kwaliteitsvolle tweetalige kinderopvangvoorziening garanderen. Dat is onze prioriteit.”
Dankzij die ordonnantie zullen de ouders die gebruik maken van de diensten van de Brusselse tweetalige kinderopvangvoorzieningen hun kleine spruit er met een gerust hart kunnen achterlaten. De kwaliteitsinspecties en de samenwerking van Iriscare, de Diensten van het Verenigd College, Kind en Gezin, Zorginspectie en ONE zorgen ervoor dat de Brusselse kinderen in alle veiligheid en de beste omstandigheden worden opgevangen.